Spreuk v/d maand Maart 2013

Vraag je je weleens af wat onze honden van ons denken?
Stel je eens voor: je komt thuis van de supermarkt met kippenbouten, biefstukken, hamlappen, karbonades.
Ze moeten wel denken dat wij de beste jagers ter wereld zijn.

Anne Tyler

01 februari 2011

Blanco verteld (deel 2)

Deel 1 staat in september 2010

Nou, het valt niet mee om van een Spaans hondje een echte Hollander te worden. Wat betreft Floris en de poezen gaat het heel goed. Floris leert me, hoe ik moet spelen! Wist ik toch niet, maar nu gaat het: Floris neemt wat in zijn bek en ik moet het pakken. Eigenlijk kunnen we heel goed met elkaars speelgoed en botten omgaan. Naar de hei, ook heel gezellig: zegt Floris: Kijk andere honden, daar kun je mee spelen. Ik vlieg erop af, maar denk dan: zijn ze wel te vertrouwen? Nou ja, nu zie ik, dat niet iedere hond iets van me wil afnemen. Vaak zijn hier ook andere honden en dat is erg gezellig. We spelen dan buiten, maar ik ga wel steeds even kijken, of ik nog wel bij de vrouw hoor. Toch krijg ik wel steeds meer vertrouwen in andere honden. Daar helpt Floris me wel mee. Over katten wil ik het maar niet hebben: daarvan zijn er hier ook genoeg. Ach, als ze ergens liggen, doen we neusie/neusie, maar ze moeten niet in de tuin hollen en evt. naar mijn bergplaatsen gaan, dan ga ik er achteraan.

Ziezo, nu zal ik het ook nog even over de mensen hier hebben: het valt niet mee.
In het najaar, toen het nog mooi weer was en ik het terrein al verkend had, ben ik onder het hekwerk doorgekropen. Mensen overstuur. Ik had de wijde wereld geroken. Enfin, gaat de baas met een vriend 2 zaterdagen aan de slag om het hek om het hele terrein na te kijken, niet erg: hield ze van de straat, wel erg: het hield mij ook van de straat. Weet je, wat ze ook doen: mij borstelen. Nou ja, daar ben ik al een beetje aan gewend, maar daar komt ook nog elke zaterdag een martelwerktuig bij tevoorschijn. Dat heet in mensentaal: stofzuiger. Floris vindt het heerlijk, maar ik niet. Ik spring alle deuren open en verdwijn achter in het bos. Nu kun je de vrouw ook niet vertrouwen, die doet dan de deuren op slot!

Dan te bedenken, dat ik zo graag wil helpen: vrouwtje koopt brood, zet tas neer, ik help om het op te ruimen: naar mijn eigen bewaarplaats in het bosje. Geen waardering natuurlijk.
Van de vrouw mag ik niet op de bank, maar de baas merkt het soms niet, komt de vrouw binnen en wijst naar beneden. Vervelend, hoor, dan weet ik, dat ik eraf moet. Ze bergen ook alles weg, zodat ik er niet bij kan, zelfs het vogelvoer. Ze weten, dat ik elk soort fruit lekker vind, maar dat mag ik ool al niet uit de fruitschaal halen, ik krijg af en toe een stukje. Je ziet, het is maar niks hier. En nog eens wat: moest ik mee naar de dierenarts om nagekeken te worden en voorgesteld. Je denkt toch niet, dat ik de auto in wilde? Ik ben hier met de auto gekomen en eigenlijk bevalt het me hier wel een beetje, dus ze brengen me niet meer weg. Toch er maar in en het viel heel erg mee. (wel een prik gehad)
De mensen hebben nog niet in de gaten, dat ik hier de baas ben, maar dat komt wel. Wat wel heel lekker is, we vrijen altijd : de vrouw en ik, of de baas en ik. Zo gezellig.
Je ziet, ik heb een hondenleven hier en nu worden m'n poten worden moe van al dat typen.

Poot, lik en blaf van Blanco.